21 Zoek onder het volk capabele, godvrezende en onomkoopbare mannen en benoem hen tot rechter, één rechter per duizend mensen. Hij moet tien andere rechters onder zich hebben die ieder de zorg hebben voor honderd mensen. Onder die rechters vallen weer twee anderen, die ieder verantwoordelijk zijn voor vijftig mensen. Deze laatsten moeten ieder weer vijf mannen onder zich hebben, die verantwoordelijk zijn voor tien mensen.
22 Geef deze mensen de zorg voor de rechtspraak onder het volk en zorg dat zij altijd bereikbaar zijn. Alle zaken die te belangrijk of te moeilijk zijn, kunnen alsnog voor jou worden gebracht. Maar de kleine zaken kunnen zij zelf afhandelen. Op die manier wordt jouw last lichter omdat je die met hen kunt delen.
23 Als je deze raad opvolgt en het is naar de wil van God, zul je niet meer zo zwaar worden belast en zullen vrede en een goede verstandhouding onder het volk heersen.’
24 Mozes nam de raad van zijn schoonvader ter harte.
25 Hij koos een aantal flinke mannen uit en stelde hen aan als rechters over het volk, over duizend, honderd, vijftig en tien personen.
26 Zij waren altijd bereikbaar voor het spreken van recht. De moeilijke gevallen brachten zij voor Mozes, maar de eenvoudige zaken behandelden zij zelf.
27 Kort daarna liet Mozes zijn schoonvader terugkeren naar zijn eigen land.