29 Maar als iedereen—ook de eigenaar—wist dat de stier gevaarlijk was en er werd niet goed op het dier gelet en het doodt dan een man of een vrouw, moet de stier worden gestenigd en de eigenaar worden gedood.
30 Als de familie van het slachtoffer van de stier genoegen neemt met een schadevergoeding, kan de eigenaar zijn leven terugkopen. De rechter bepaalt in dat geval de hoogte van de schadevergoeding.
31 Dezelfde wet geldt als de stier een jongen of een meisje doodt.
32 Maar als de stier een slaaf of slavin doodt, krijgt de meester van het slachtoffer dertig zilverstukken en wordt de stier gestenigd.
33 Als een man een waterput graaft, het gat niet afdekt en er valt een stier of een ezel in,
34 moet de eigenaar van de put de schade vergoeden aan de eigenaar van het dier. Het dode dier is daarna echter zijn eigendom.
35 Als iemands stier andermans stier doodt, moeten zij de levende stier verkopen en het geld delen en ook het dode dier.