5 Daarna moet u Aäron kleden met zijn onderkleed, de mantel die onder het priesterkleed wordt gedragen, het priesterkleed zelf en de borsttas. Maak de riem van het priesterkleed vast,
6 zet hem de tulband op en bevestig de gouden rozet eraan.
7 Dan moet u hem zalfolie over het hoofd gieten.
8 Daarna moet u Aärons zonen kleden met de ondermantels,
9 geweven riemen en hoofddoeken. Zij zullen voor altijd priesters zijn. Op die manier moeten Aäron en zijn zonen tot priester worden gewijd.
10 Breng dan de jonge stier naar de tabernakel en laten Aäron en zijn zonen hun handen op zijn kop leggen.
11 Slacht de stier voor het oog van de Here bij de ingang van de tabernakel.