1 Toen riep Mozes alle Israëlieten bijeen en zei: ‘Dit zijn de woorden die de Here tot ons heeft gesproken en waarin Hij ons zijn wetten heeft gegeven die wij moeten gehoorzamen.
2 Zes dagen moet er gewerkt worden, maar de zevende dag is een dag van volledige rust, een heilige dag die bestemd is voor de dienst van God. Ieder die op die dag werkt, zal worden gedood.
3 Er mag zelfs geen vuur in de huizen worden aangestoken.’
4 Toen zei Mozes tegen alle Israëlieten: ‘Dit heeft de Here bevolen:
5-9 iedere Israëliet moet met een royaal hart de Here een gave geven. De volgende voorwerpen komen in aanmerking: goud, zilver en koper; blauwpurper, roodpurper, scharlaken, fijn linnen en geitenhaar; roodgeverfde ramsvellen, dassenvellen, acaciahout; olie voor de lampen; kruiden voor het reukwerk en de zalfolie, onyxstenen en andere edelstenen voor het priesterkleed en de borsttas.