25 Ook het reukofferaltaar werd van acaciahout gemaakt. Het was 45 cm in het vierkant en 90 cm hoog. De horens aan de hoeken van het altaar vormden een geheel met de rest van het altaar.
26 Het hele altaar, ook de horens, werd overtrokken met puur goud en er kwam een gouden lijst omheen.
27 Onder de lijst zat aan beide kanten een gouden ring als houder voor de draagstok.
28 De draagstokken waren van acaciahout en met goud overtrokken.
29 Van heerlijk geurende kruiden, nauwkeurig afgewogen, maakte hij de heilige zalfolie voor de wijding van de priesters en het reukwerk.