3 Hij goot vier gouden ringen en bevestigde die aan de onderkant van de ark, twee aan elke kant.
4 Daarna maakte hij van acaciahout twee draagstokken, overtrok ze met goud
5 en stak ze door de ringen aan de zijkanten van de ark om hem zo te kunnen dragen.
6 Toen maakte hij van puur goud het verzoendeksel, 1,13 meter lang en 68 cm breed.
7 Daarna maakte hij twee gouden engelen en plaatste ze aan de beide korte kanten van het verzoendeksel.
8 Zij vormden een geheel met het verzoendeksel.
9 De engelen spreidden hun vleugels naar boven uit en bedekten zo het verzoendeksel. De gezichten van de engelen waren naar elkaar en op het verzoendeksel gericht.