2 ‘Wat hebt u daar in uw hand?’ vroeg de Here hem. ‘Een herdersstaf,’ antwoordde Mozes.
3 ‘Gooi hem eens op de grond,’ zei de Here. Mozes gooide de staf neer, hij veranderde onmiddellijk in een slang en Mozes deed snel een stap terug.
4 Toen zei de Here: ‘Pak hem bij zijn staart!’ Mozes deed dat en plotseling werd het weer een herdersstaf!
5 ‘Doe dit en zij zullen u geloven!’ zei de Here. ‘Dan zullen zij er van overtuigd zijn dat de Here, de God van Abraham, Isaak en Jakob, werkelijk aan u is verschenen.
6 Steek nu uw hand tussen uw kleren ter hoogte van uw borst.’ Mozes deed het en toen hij de hand terugtrok, was die wit van de uitslag!
7 ‘Steek hem nu weer tussen uw kleren,’ zei God. Toen Mozes dat deed en de hand daarna weer terugtrok, was de uitslag verdwenen!
8 ‘Als zij het eerste wonder niet geloven, zal het tweede hen wel overtuigen!’ zei de Here.