1 De Here zei tegen Mozes: ‘Ga naar de farao en zeg tegen hem: “De Here, de God van de Hebreeërs, zegt: laat mijn volk gaan om Mij te dienen.
2 Als u dat weigert en hen nog langer vasthoudt,
3 zal de machtige hand van de Here een dodelijke plaag sturen die al uw vee, de paarden, de ezels, de kamelen, de runderen en het kleinvee zal doden: de pest!
4 Maar het vee van de Israëlieten zal niet door deze plaag worden getroffen.” ’