11 Toen vroeg ik de engel: ‘Wat betekenen die twee olijfbomen aan weerszijden van de kandelaar?
12 En wat betekenen die twee olijftakken die langs twee gouden buisjes het goud als olie naar buiten laten lopen?’
13 ‘Weet u niet wat ze betekenen?’ vroeg de engel. ‘Nee,’ antwoordde ik.
14 Hij vertelde mij: ‘Zij stellen de twee gezalfden voor die vóór de Here van de hele aarde staan.’