19 Of Ik zend de pest in het land en stort er mijn grimmigheid bloedig over uit om daar mens en dier uit te roeien,
20 en Noach, Daniël en Job waren daar – zo waar Ik leef, luidt het woord van de Here Here, zij zouden zoon noch dochter redden. Zij zouden door hun gerechtigheid alleen zichzelf redden.
21 Maar zo zegt de Here Here: En toch, al zend Ik ook mijn vier zware gerichten, het zwaard, de honger, het wild gedierte en de pest, naar Jeruzalem om daar mens en dier uit te roeien,
22 zie, dan zullen er daar overblijven, die ontkomen, die eruit geleid worden, zonen zowel als dochters; zie, zij zullen tot u uitgaan, gij zult hun handel en wandel zien en getroost worden over het onheil dat Ik over Jeruzalem heb doen komen, al wat Ik daarover heb doen komen.
23 Ja, zij zullen u troosten, wanneer gij hun handel en wandel zult zien. En gij zult weten, dat Ik niet zonder oorzaak gedaan heb al wat Ik daar gedaan heb, luidt het woord van de Here Here.