1 Het woord des Heren kwam tot mij:
2 Mensenkind, geef een raadsel op, leg een gelijkenis voor aan het huis Israëls
3 en zeg: Zo zegt de Here Here: de grote arend met machtige vleugels, breed van vlucht, rijk aan slagpennen, en veelkleurig, kwam naar de Libanon en rukte de top van een ceder af.
4 Het bovenste van de jonge takjes brak hij af en bracht het naar een handelsland; hij legde het neer in een stad van kooplieden.
5 Toen nam hij één der spruiten van het land, plantte die in een zaaiveld, waar veel water was, zette die uit als een wilg,