Ezechiël 28:9 NBG51

9 Zult gij dan nog zeggen: ik ben een god – terwijl gij een mens zijt en geen god – als gij staat tegenover hem die u doodt en in de macht zijt van wie u neerslaan?

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 28

Uitzicht Ezechiël 28:9 in verband