Ezechiël 40:49 NBG51

49 De lengte van de hal was twintig el en de breedte elf el, en wel bij de treden langs welke men tot haar opsteeg. En tegen de muurvlakken stonden aan weerszijden zuilen.

Lees verder hoofdstuk Ezechiël 40

Uitzicht Ezechiël 40:49 in verband