10 Gij zult een zuivere weegschaal hebben, een zuivere efa en een zuivere bath;
11 de efa en de bath zullen één geijkte maat hebben, zodat een bath een tiende van een homer bevat, en een efa een tiende van een homer; naar de homer moet de ijking ervan zijn –
12 de sikkel is twintig gera; twintig sikkels, vijfentwintig sikkels en vijftien sikkels zal u een mine zijn.
13 Dit nu is de heffing die gij (de vorst) geven zult: een zesde efa van een homer tarwe en een zesde efa van een homer gerst;
14 en het recht op de olie, de bath olie, bedraagt een tiende bath van elke kor – tien bath een homer, want tien bath is een homer –.
15 Voorts één stuk kleinvee van elke kudde van tweehonderd uit de waterrijke weiden van Israël, tot spijsoffer, brandoffer en vredeoffers, om over hen verzoening te doen, luidt het woord van de Here Here.
16 Al het volk des lands zal bijdragen aan deze heffing voor de vorst in Israël.