4 naast het gebied van Naftali van de oostzijde tot de westzijde: Manasse één deel;
5 naast het gebied van Manasse van de oostzijde tot de westzijde: Efraïm één deel;
6 naast het gebied van Efraïm van de oostzijde tot de westzijde: Ruben één deel;
7 naast het gebied van Ruben van de oostzijde tot de westzijde: Juda één deel;
8 en naast het gebied van Juda, van de oostzijde tot de westzijde, moet de heffing liggen, die gij zult geven: vijfentwintigduizend (el) breed en de lengte als een der delen van de oostzijde tot de westzijde, en het heiligdom zal in het midden daarvan zijn.
9 De heffing welke gij de Here geven zult, zal vijfentwintigduizend (el) lang en tienduizend (el) breed zijn.
10 En voor de volgenden zal de heilige heffing zijn; voor de priesters: noordwaarts vijfentwintigduizend (el) en westwaarts een breedte van tienduizend (el); oostwaarts is de breedte tienduizend (el) en zuidwaarts is de lengte vijfentwintigduizend (el); en het heiligdom des Heren zal in het midden ervan liggen.