Prediker 4:8 NBG51

8 daar is er een zonder metgezel, ook zoon of broeder heeft hij niet, en er is geen einde aan al zijn zwoegen; ook worden zijn ogen niet verzadigd van rijkdom; – voor wie tob ik mij dan af en ontzeg ik mij het goede? Ook dit is ijdelheid en een kwaad ding.

Lees verder hoofdstuk Prediker 4

Uitzicht Prediker 4:8 in verband