12 Maar de zonde van Gilgal tiert nog welig. Lange rijen altaren, opgesteld als voren in een veld, worden gebruikt om te offeren aan de afgoden. En ook Gilead is vol dwazen die afgoden aanbidden.
13 Jakob vluchtte naar Aram en kreeg zijn vrouw door te werken als schapenhoeder.
14 Daarna leidde de Here zijn volk uit Egypte door een profeet die hen aanvoerde en beschermde.
15 Israël heeft de Here diep gekrenkt en daarom zal de Here haar bloedschuld niet wegnemen, als vergelding voor haar zonden.