3 Daarom zullen zij verdwijnen als de ochtendmist, als dauw die in alle vroegte verdampt, als kaf dat wordt weggeblazen door de wind, als rook die het raam uitvliegt.
4 ‘Ik alleen ben de Here, uw God, al vanaf de tijd waarin Ik u uit Egypte heb geleid. U hebt geen andere God dan Mij en er is geen andere verlosser.
5 Ik heb voor u gezorgd in de dorre, droge woestijn.
6 Maar toen u uw buik had volgegeten, werd u trots en vergat Mij.
7 Daarom zal Ik Mij als een leeuw op u storten. Of Ik ga als een panter aan de kant van de weg op de loer liggen.
8 Ik zal u aanvallen als een berin die van haar jongen is beroofd en u aan stukken scheuren en verslinden als een leeuw.
9 O Israël, als Ik u vernietig, wie kan u dan nog redden?