17 In die tijd zal Ik een verbond sluiten tussen Israël en de wilde dieren, de vogels en de kruipende dieren. Zij zullen niet langer bang zijn voor elkaar. Ik zal alle wapens vernietigen en een einde maken aan de oorlogen, zodat iedereen in veiligheid kan leven.
18 Israël, Ik zal u voorgoed aan Mij verbinden door banden van gerechtigheid en recht, van onwankelbare liefde en zorg.
19 Ik zal Mij met u verloven door trouw. Dan zult u Mij, de Here, wérkelijk kennen.’
20 ‘In die tijd,’ zegt de Here, ‘zal Ik het gebed van de hemel om wolken verhoren en regen laten stromen op de aarde als antwoord op haar roep om water.
21 Dan kan de aarde voldoen aan de waterbehoefte van het koren, de druiven en de olijfbomen. En zij zullen in koor zingen: “God zaait!”
22 In die tijd zal Ik een oogst aan Israëlieten zaaien en opkweken voor Mijzelf. Ik zal medelijden hebben met hen die “geen medelijden meer” hebben. Ik zal tegen hen die “niet mijn volk” zijn zeggen: “U bent nu mijn volk.” En zij zullen antwoorden met: “En U bent onze God!” ’