7 Want zij zijn de Here ontrouw geworden en hebben kinderen gekregen die niet van Hem zijn. Onverwacht zullen zij en hun rijkdommen verdwijnen.
8 Sla alarm! Blaas op de bazuin in Gibea en op de trompet in Rama. Waarschuw de mensen uit Bet-Aven en Benjamin.
9 Luister, Israël! Ik deel u mijn besluit mee, Ik maak het bekend onder de stammen van Israël: op de dag van uw veroordeling zult u volledig worden verwoest.
10 De leiders van Juda veroveren gebied, als indringers hebben zij grensstenen verlegd. Daarom zal Ik mijn woede over hen uitstorten als een waterval.
11 Israël wordt verpletterd en gebroken door zijn vonnis, omdat zij vastbesloten was afgoden te volgen.
12 Ik zal haar schade toebrengen als een mot bij de wol en Juda's kracht ondermijnen als door verrotting.
13 Toen Israël en Juda zagen hoe ziek zij waren, ging Israël naar de grote koning van Assyrië, maar deze kon hen niet helpen of genezen van hun gezwel.