9 Luister, Israël! Ik deel u mijn besluit mee, Ik maak het bekend onder de stammen van Israël: op de dag van uw veroordeling zult u volledig worden verwoest.
10 De leiders van Juda veroveren gebied, als indringers hebben zij grensstenen verlegd. Daarom zal Ik mijn woede over hen uitstorten als een waterval.
11 Israël wordt verpletterd en gebroken door zijn vonnis, omdat zij vastbesloten was afgoden te volgen.
12 Ik zal haar schade toebrengen als een mot bij de wol en Juda's kracht ondermijnen als door verrotting.
13 Toen Israël en Juda zagen hoe ziek zij waren, ging Israël naar de grote koning van Assyrië, maar deze kon hen niet helpen of genezen van hun gezwel.
14 Als een leeuw zal Ik Israël en Juda aan stukken scheuren. Ik zal hen wegslepen als een prooi en iedereen die hen te hulp komt, wegjagen.
15 Ik zal hen in de steek laten en naar huis gaan tot zij hun schuld bekennen en Mij weer zoeken. Want zodra zij in de problemen raken, zullen zij weer verlangend naar Mij uitzien.’