3 De koning geniet van hun slechtheid en de vorsten stemmen in met hun leugens.
4 Het zijn allemaal echtbrekers. Zoals een bakkersoven voortdurend heet is, vanaf het kneden van het deeg totdat het deeg gerezen is, zo branden zij ook voortdurend van verlangen naar wellust.
5 Op de verjaardag van de koning bedrinken de vorsten zich tot zij er doodziek van zijn. En de koning drinkt mee met hen die hem belachelijk maken.
6 Hun harten gloeien als een oven van hun listen. Hun complot smeult 's nachts als een oven, maar laait 's ochtends hoog op.
7 Zij vermoorden hun koningen, de een na de ander, en niemand van hen roept Mij te hulp.
8 Israël vermengt zich met de heidenen en neemt hun zondige levenswijze over. Zo wordt zij zo waardeloos als een halfgare cake!
9 Het vereren van vreemde goden heeft Israël van haar kracht beroofd, maar zij is zich dat niet bewust. Israëls haar wordt grijs, maar zij ziet niet in hoe oud en zwak zij wordt.