7 Israël heeft grote schatten aan zilver en goud en grote hoeveelheden paarden en wagens.
8 Bovendien wemelt het land van de afgoden. Zij maken zelf hun afgodsbeelden en aanbidden die dan!
9 Groot en klein, alles buigt voor die beelden en God zal hun de zonde niet vergeven.
10 Verberg u in de grotten, verberg u voor de verschrikkelijke majesteit van de Here,
11 want er komt een tijd dat trotse blikken worden neergeslagen en dat trotse mannen zich buigen, in die dagen zal alleen de Here verheven zijn.
12 Die dag zal de Here van de hemelse legers alles wat trots en hoogmoedig is, vernederen.
13 De hoge ceders van de Libanon en de machtige eiken van Basan zullen zich buigen.