1 Kijk, een koning die rechtvaardig regeert en leiders die zich aan de wetten houden,
2 zij beschermen Israël tegen storm en wind, zij zijn als een rivier die de woestijn bevloeit en als een rots die schaduw geeft in een heet en onvruchtbaar land.
3 Dan zullen de ogen van Israël zich uiteindelijk wijd openen voor God, zijn volk zal naar zijn stem luisteren.
4 Zelfs de heethoofden zullen vol gevoel en begrip zijn en zij die stotteren van onzekerheid, zullen zich duidelijk uitspreken.
5 Op die dag zullen dwazen en bedriegers niet meer geëerd worden.
6 Iedereen zal een dwaas herkennen en huichelaars zullen niemand meer om de tuin kunnen leiden. Hun leugens over God en hun bedrog tegenover de hongerigen zal voor iedereen duidelijk zichtbaar zijn. Ook dat zij de dorstigen het water onthouden.
7 De oneerlijkheid van bedriegers zal worden aangetoond, evenals de leugens die zij gebruiken om de arme in rechtzaken te benadelen als deze voor zijn recht opkomt.
8 Maar edele mensen zullen edele daden willen doen en daarin volharden.
9 Luister, vrouwen die lui rondhangen in zorgeloze rust, luister naar mij:
10 binnenkort—over iets meer dan een jaar—zult u zich plotseling zorgen gaan maken. Want de wijnoogst en de fruitoogst zullen mislukken.
11 Beef, vrouwen van het gemakkelijke leven, doe uw mooie kleren uit en trek een rouwgewaad aan.
12 Sla uzelf op de borst en weeklaag om uw heerlijke akkers die spoedig vervallen zullen raken en om de kostelijke wijnen van vorige jaren.
13 Uw land zal overwoekerd worden door dorens en distels. Uw mooie huizen en gelukkige steden zullen verdwijnen.
14 Paleizen zullen leeg zijn, de drukke steden verlaten. Kudden wilde ezels en geiten zullen grazen op de berghellingen, waar nu nog de uitkijktorens staan,
15 totdat ten slotte de Geest vanuit de hoge over ons wordt uitgegoten. Dan wordt de woestijn tot een boomgaard en die tot een ware lusthof.
16-17 In de woestijn zal het recht wonen en daardoor zal er vrede zijn. Rust en vertrouwen zullen dan voor eeuwig regeren.
18 Mijn volk zal in veiligheid leven, ongestoord wonen.
19 In het bos is het koel en uw stad ligt laag in de vlakte.
20 U bent gelukkig en rijk gezegend als u zaait op de oevers en u uw vee in groene weiden laat grazen.