9 De blijdschap van wijn en zang zijn niet meer, de sterke drank geeft een bittere smaak in de mond.
10 De stad is een chaos, alle huizen en winkels zijn gesloten om plunderaars buiten te houden.
11 In de straten roepen mensen om wijn, de vreugde is verdwenen en de blijdschap is uit het land verbannen.
12 De stad is een puinhoop, haar poorten zijn vernield.
13 Want het zal de aarde en alle volken vergaan als bij het afslaan van de olijven en bij de nalezing van de oogst.
14 Maar alle overgeblevenen zullen de stem verheffen en zingen van blijdschap,
15 vanuit het westen zal men de majesteit van God prijzen en in het oosten zal men die lofprijzing beantwoorden.