11 U, Assyriërs, zult niets bereiken met al uw inspanningen. Uw adem is een vuur dat u zelf zal verteren.
12 Uw legers zullen tot kalk worden verbrand, als dorens die worden afgesneden en op het vuur gegooid.
13 Luister naar wat Ik heb gedaan, of u ver weg of dichtbij woont, erken mijn macht!
14 De zondaars onder mijn volk beven van angst. ‘Wie van ons,’ schreeuwen zij, ‘kan leven in de nabijheid van dit allesverterende, eeuwige vuur?’
15 Ik zal u vertellen wie hier kan leven: allen die eerlijk en rechtvaardig zijn, die geen winst willen maken door bedrog, die zich niet laten omkopen, die weigeren te luisteren naar hen die moorden beramen en die het kwaad niet kunnen aanzien.
16 Dergelijke mensen zullen worden verhoogd. De rotsen van de bergen zullen hun veilige schuilplaats zijn, zij zullen voedsel krijgen en water naar behoefte.
17 Uw ogen zullen de koning zien in al zijn glorie en zijn uitgestrekte land aanschouwen.