5 ‘Ga naar Hizkia en zeg hem: “De Here God van uw voorvader David hoort uw bidden en ziet uw tranen. Hij zal u nog vijftien jaar laten leven.
6 Hij zal u en deze stad uit de macht van de koning van Assur verlossen. Ik zal u beschermen,” zegt de Here,
7 “en dit is het bewijs dat Ik, de Here, dit woord dat Ik heb gesproken ook echt zal doen:
8 Ik zal de schaduw van de zon op de zonnewijzer van Achaz tien graden laten teruggaan!” ’ En de zon liep de tien graden terug die hij al had afgelegd!
9 Toen koning Hizkia weer beter was, schreef hij een gedicht over deze gebeurtenis:
10 ‘Mijn leven is pas half voorbij en ik moet het al verlaten. Ik betreed het dodenrijk, verloren zijn mijn toekomstige jaren.
11 Ik zal de Here nooit meer zien in het land der levenden. Mijn vrienden in deze wereld moet ik achterlaten.