1 Rechtvaardige mensen verdwijnen, de vromen sterven te vroeg, maar niemand schijnt zich er iets van aan te trekken of zich af te vragen waarom dat gebeurt. Niemand schijnt te beseffen dat God hen wegneemt voordat de kwade dagen komen.
2 Zij zullen in vrede rusten, allen die in hun leven de rechte weg bewandelen.
3 Maar u: kom hier, heksenzonen, kinderen van echtbrekers en overspelige vrouwen!
4 Wie bespot u? Tegen wie trekt u gezichten en steekt u de tong uit? Kinderen van zondaars en leugenaars!