1 Daarna gaf de Here Mozes opdracht de volgende voorschriften aan het volk Israël door te geven:
2 ‘Wanneer een vrouw een kind baart en het is een jongen, zal zij zeven dagen onrein zijn en gelden voor haar dezelfde beperkingen als tijdens haar menstruatie.
3 Op de achtste dag moet haar zoon worden besneden.
4 In de drieëndertig dagen die daarop volgen en waarin zij herstelt van haar onreinheid, mag zij niets heiligs aanraken en niet in de tabernakel komen.