24 De priester zal het lam van het schuldoffer en de olie aan de Here offeren door het omhoog te heffen.
25 Dan zal hij het lam voor het schuldoffer slachten en iets van het bloed strijken aan de rechter oorlel, de rechter duim en de rechter grote teen van de man die moet worden gereinigd.
26 De priester zal daarna de olijfolie in de palm van zijn linkerhand gieten.
27 Met zijn rechter vinger moet hij de olie zevenmaal voor de Here uitsprenkelen.
28 Dan moet hij iets van de olie strijken aan de rechter oorlel, de rechter duim en de rechter grote teen van de man op het bloed van het schuldoffer.
29 De rest van de olie moet op het hoofd van de man worden gedaan om verzoening voor hem te doen voor de Here.
30 Dan moet hij de twee tortelduiven of jonge duiven (afhankelijk van wat de man zich kan veroorloven) offeren.