31 Het is een sabbat van volledige rust, die in ingetogenheid moet worden doorgebracht. Dit is een altijd geldende wet.
32 In de volgende generaties zal deze ceremonie worden uitgevoerd door de gezalfde hogepriester, de tot priester gewijde opvolger van Aäron.
33 Hij moet de heilige linnen kleren aantrekken en verzoening doen voor het Heilige der Heiligen, de tabernakel, het altaar, de priester en het volk.
34 Dit zal een altijd geldende wet voor u zijn. Zo zult u eenmaal per jaar verzoening doen voor de zonden van het volk Israël.’
35 Aäron voerde de verordeningen die de Here hem door Mozes gaf, met grote nauwkeurigheid uit.