1-2 De Here gaf Mozes toen opdracht het volgende aan het volk Israël door te geven:
3 ‘Ik ben de Here, uw God, handel daarom niet als het volk van Egypte, waar u zo lang hebt gewoond of als het volk van Kanaän, waarheen Ik u ga brengen.
4-5 Gehoorzaam alleen mijn wetten en voer deze nauwgezet uit, want Ik ben de Here, uw God. Als u ze gehoorzaamt, zult u leven. Ik ben de Here.
6 Niemand van u mag geslachtsgemeenschap hebben met een bloedverwant, want Ik ben de Here.
7 Een zoon mag met zijn moeder geen geslachtsgemeenschap hebben, want daardoor wordt zijn vader onteerd,
8 noch met een van zijn vaders andere vrouwen,
9 ook niet met zijn zuster of halfzuster, ongeacht of zij een dochter van de vader of de moeder is en in hetzelfde huis of elders is geboren.