21 Die dag zult u allen bijeenroepen voor een heilige samenkomst, laat die dag al het werk rusten. Dit is een wet die van generatie op generatie van kracht blijft.
22 En wanneer u de oogst binnenhaalt, bekommer u dan niet te erg om de randen van de akker en het gevallen graan. Laat dat maar liggen voor de armen en voor de buitenlanders die zelf geen land hebben. Ik ben de Here, uw God!
23-24 Het Feest van de Bazuinen. De eerste dag van de zevende maand is een dag van rust voor alle mensen, waarop zij moeten bijeenkomen in een heilige samenkomst. Die dag zal worden aangekondigd met een luid bazuingeschal.
25 Doe geen werk op die dag, maar breng de Here een brandoffer.
26-27 De Grote Verzoendag. Deze dag valt negen dagen na het Feest van de Bazuinen. Alle mensen moeten bijeenkomen in een heilige samenkomst voor de Here, met berouw over de zonden die zij deden, zij zullen brandoffers aan de Here brengen.
28 Werk die dag niet, want het is een speciale dag om verzoening te doen voor de Here, uw God.
29 Degene die deze dag niet berouwvol en ootmoedig doorbrengt, zal worden verbannen.