10 Uw oogsten zullen zo groot zijn dat de overschotten van de vorige oogst plaats moeten maken voor de nieuwe oogst.
11 Ik zal te midden van u wonen en geen afkeer van u hebben.
12 Ik zal Mij onder u bevinden en uw God zijn en u zult mijn volk zijn.
13 Want Ik ben de Here, uw God die u uit Egypte heeft gehaald om u niet langer slaven te laten zijn. Ik heb uw boeien verbroken en u besef van eigenwaarde gegeven, zodat u met opgeheven hoofd kunt lopen.
14 Maar als u niet naar Mij luistert, Mij niet gehoorzaamt
15 en mijn wetten minacht en verwerpt,
16 dan zal Ik het volgende tegen u doen: Ik zal u straffen met plotselinge angst en paniek, met tuberculose en slopende koorts, die de ogen blind maken en u langzaam laten wegkwijnen. U zult uw oogsten tevergeefs binnenhalen, want de vijand zal ervan eten.