13 gelijk zich een vader ontfermt over zijn kinderen,ontfermt Zich de Here over wie Hem vrezen.
14 Want Hij weet, wat maaksel wij zijn,gedachtig, dat wij stof zijn.
15 De sterveling – zijn dagen zijn als het gras,als een bloem des velds, zo bloeit hij;
16 wanneer de wind daarover is gegaan, is zij niet meer,en haar plaats kent haar niet meer.
17 Maar de goedertierenheid des Heren is van eeuwigheidtot eeuwigheid over wie Hem vrezen,en zijn gerechtigheid over kindskinderen,
18 over hen die zijn verbond onderhouden,en aan zijn bevelen denken om die te doen.
19 De Here heeft zijn troon in de hemel gevestigd,zijn koningschap heerst over alles.