1 Een bedevaartslied.Uit de diepten roep ik tot U, o Here.
2 Here, hoor naar mijn stem;laten uw oren opmerkende zijnop mijn luide smekingen.
3 Als Gij, Here, de ongerechtigheden in gedachtenis houdt,Here, wie zal bestaan?
4 Maar bij U is vergeving,opdat Gij gevreesd wordt.
5 Ik verwacht de Here,mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord;
6 mijn ziel wacht op de Here,meer dan wachters op de morgen,wachters op de morgen.
7 Israël hope op de Here,want bij de Here is goedertierenheid,bij Hem is veel verlossing;
8 Hij zelf zal Israël verlossenvan al zijn ongerechtigheden.