14 gedoogde Hij niet, dat enig mens hen verdrukte,en bestrafte Hij koningen om hunnentwil:
15 Raakt mijn gezalfden niet aan,en doet mijn profeten geen kwaad.
16 Toen Hij hongersnood opriep over het landen alle staf des broods verbrak,
17 zond Hij een man voor hen uit:Jozef werd als slaaf verkocht;
18 men knelde zijn voeten in boeien,hij kwam in de ijzers
19 tot de tijd, dat zijn woord uitkwam,de uitspraak des Heren hem in het gelijk stelde.
20 De koning zond heen en liet hem los,de heerser der volken maakte hem vrij;