19 tot de tijd, dat zijn woord uitkwam,de uitspraak des Heren hem in het gelijk stelde.
20 De koning zond heen en liet hem los,de heerser der volken maakte hem vrij;
21 hij stelde hem tot heer over zijn huis,tot heerser over al zijn bezit,
22 om zijn vorsten te binden naar zijn goeddunken,en zijn oudsten leerde hij wijsheid.
23 Toen Israël naar Egypte gekomen was,en Jakob als vreemdeling vertoefde in het land van Cham,
24 maakte Hij zijn volk zeer vruchtbaaren machtiger dan zijn tegenstanders.
25 Hij veranderde hun harten, zodat zij zijn volk haattenen listig handelden tegen zijn knechten.