2 zingt Hem, psalmzingt Hem,gewaagt van al zijn wonderen.
3 Beroemt u in zijn heilige naam;het hart van wie de Here zoeken, verheuge zich.
4 Vraagt naar de Here en zijn sterkte,zoekt zijn aangezicht bestendig.
5 Gedenkt aan de wonderen, die Hij heeft gedaan,zijn tekenen en de oordelen van zijn mond,
6 gij nakroost van Abraham, zijn knecht,gij kinderen van Jakob, zijn uitverkorenen.
7 Hij, de Here, is onze God,zijn oordelen gaan over de ganse aarde;
8 Hij gedenkt voor eeuwig aan zijn verbond,– het woord, dat Hij gebood aan duizend geslachten –