24 Zij versmaadden het kostelijke land,zij geloofden zijn woord niet;
25 zij morden in hun tenten,zij luisterden niet naar de stem des Heren.
26 Toen zwoer Hij hun met opgeheven hand,dat Hij hen zou neervellen in de woestijn,
27 ook hun nakroost zou neervellen onder de volken,en hen verstrooien over de landen.
28 Toen zij zich aan Baäl-Peor koppelden,en dodenoffers aten,
29 en Hem tergden door hun daden,brak een plaag onder hen uit.
30 Maar Pinechas trad op en hield gericht;toen werd de plaag afgewend.