24 Zij zagen de werken des Herenen zijn wonderen in de diepte.
25 Hij sprak en deed een stormwind opsteken,die haar golven omhoog hief;
26 zij rezen ten hemel, zonken neer in de waterdiepten,hun ziel verging van ellende;
27 zij tuimelden en wankelden als een beschonkene,al hun wijsheid werd verslonden.
28 Toen riepen zij tot de Here in hun benauwdheid,en Hij voerde hen uit hun angsten;
29 Hij maakte de storm tot een zacht suizen,zodat de golven stil werden.
30 Zij verheugden zich, omdat die tot rust kwamen,en Hij leidde hen naar de haven van hun begeerte.