3 Waak op, harp en citer,ik wil het morgenrood wekken.
4 Ik zal U loven, o Here, onder de volken,U psalmzingen onder de natiën,
5 want hoger dan de hemel is uw goedertierenheid,tot aan de wolken reikt uw trouw.
6 Verhef U boven de hemelen, o God,uw heerlijkheid zij over de ganse aarde.
7 Opdat uw geliefden ten strijde toegerust zijn,geef overwinning door uw rechterhand en antwoord mij.
8 God heeft gesproken in zijn heiligdom.Ik wil juichen, ik wil Sichem verdelen,het dal van Sukkot uitmeten.
9 Mij behoort Gilead, mij behoort Manasse,Efraïm is de schutse van mijn hoofd,Juda is mijn heersersstaf;