1 Ik heb de Here lief,want Hij hoort mijn stem, mijn smekingen.
2 Want Hij heeft zijn oor tot mij geneigd,daarom zal ik mijn leven lang (tot Hem) roepen.
3 Banden van de dood hadden mij omvangen,angsten van het dodenrijk hadden mij aangegrepen,ik ondervond benauwdheid en smart.
4 Maar ik riep de naam des Heren aan:Ach Here, red mijn leven.
5 Genadig is de Here en rechtvaardig,onze God is een ontfermer.
6 De Here bewaart de eenvoudigen;ik was verzwakt, maar Hij heeft mij verlost.
7 Keer weder, mijn ziel, tot uw rust,omdat de Here u heeft welgedaan.