133 Bevestig mijn schreden naar uw toezegging,laat generlei onrecht over mij heersen.
134 Verlos mij van de verdrukking der mensen,dan zal ik uw bevelen onderhouden.
135 Doe uw aanschijn lichten over uw knecht,en leer mij uw inzettingen.
136 Mijn ogen vloeien als waterbeken,omdat men uw wet niet onderhoudt.
137 Gij zijt rechtvaardig, Here;uw verordeningen zijn waarachtig.
138 In gerechtigheid hebt Gij uw getuigenissen gebodenen in grote trouw.
139 Mijn ijver verteert mij,omdat mijn tegenstanders uw woorden vergeten.