59 Ik overdenk mijn wegen,ik wend mijn voeten naar uw getuigenissen.
60 Ik haast mij en aarzel nietom uw geboden te onderhouden.
61 Hoewel strikken der goddelozen mij omgeven,ik vergeet uw wet niet.
62 Te middernacht sta ik op om U te lovenwegens uw rechtvaardige verordeningen.
63 Ik ben een metgezel van allen die U vrezen,en van hen die uw bevelen onderhouden.
64 De aarde is vervuld van uw goedertierenheid, o Here,leer mij uw inzettingen.
65 Gij hebt goedgedaan aan uw knecht,o Here, naar uw woord.