96 Aan alles, hoe volkomen ook, heb ik een einde gezien,maar uw gebod is onbegrensd.
97 Hoe lief heb ik uw wet!Zij is mijn overdenking de ganse dag.
98 Uw gebod maakt mij wijzer dan mijn vijanden,want het is altoos bij mij.
99 Ik ben verstandiger dan al mijn leermeesters,want uw getuigenissen zijn mij tot overdenking.
100 Ik heb meer inzicht dan de ouden,want ik bewaar uw bevelen.
101 Ik weerhoud mijn voeten van alle boze paden,opdat ik uw woord onderhoude.
102 Ik wijk niet af van uw verordeningen,want Gij onderwijst mij.