1 Een bedevaartslied. Van David.Ik was verheugd, toen men mij zeide:Laten wij naar het huis des Heren gaan.
2 Onze voeten staanin uw poorten, o Jeruzalem.
3 Jeruzalem is gebouwd als een stad,die wèl samengevoegd is;
4 waarheen de stammen opgaan,de stammen des Heren.Een voorschrift voor Israël is hetde naam des Heren te loven.