1 Een bedevaartslied. Van David.Ware het niet de Here, die met ons was,– zegge nu Israël –
2 ware het niet de Here, die met ons was,toen mensen tegen ons opstonden,
3 dan hadden zij ons levend verslonden,toen hun toorn tegen ons ontbrandde;
4 dan hadden de wateren ons overstroomd,een wilde beek ware over ons heengegaan;
5 dan waren de overstelpende waterenover ons heengegaan.
6 Geprezen zij de Here, die ons niet overgaften buit aan hun tanden!
7 Onze ziel is ontkomen als een vogeluit de strik van de vogelvangers;de strik is gebroken,en wij zijn ontkomen!