2 hoe hij de Here heeft gezworen,de Machtige Jakobs een gelofte gedaan:
3 Voorwaar, ik zal de tent mijner woning niet binnengaan,noch de sponde mijner legerstede beklimmen,
4 voorwaar, ik zal aan mijn ogen geen slaap gunnen,noch sluimering aan mijn oogleden,
5 totdat ik voor de Here een plaats gevonden heb,een woning voor de Machtige Jakobs.
6 Zie, wij hebben van haar gehoord in Efrata,wij hebben haar gevonden in de velden van Jaär.
7 Laten wij zijn woning binnengaan,laten wij ons nederbuigen voor zijn voetbank.
8 Sta op, Here, naar uw rustplaats,Gij en de ark uwer sterkte.