1 Halleluja. Looft de naam des Heren,looft, gij knechten des Heren,
2 gij, die staat in het huis des Heren,in de voorhoven van het huis van onze God.
3 Looft de Here, want de Here is goed,psalmzingt zijn naam, want die is liefelijk,
4 want de Here heeft Zich Jakob verkoren,Israël tot zijn eigendom.